Bericht van Wim Velker
Eindelijk, eindelijk is er dan weer een schaakcompetitie begonnen en nu maar duimen dat hij tot het einde doorgaat. Hoogland II is ingedeeld in de eerste klasse C van de SOS-competitie en is het meest westelijke team in deze klasse. Dat betekent veel de Veluwe op.
De eerste wedstrijd voerde het team naar Ede. Ede heeft twee schaakverenigingen; wij traden aan tegen de Edese S.V., in sterkte de derde van de acht teams in onze klasse. Hoogland II is de tweede, na Apeldoorn I, dus de eerste wedstrijd zou gelijk al een indicatie geven van onze kansen op het kampioenschap. Nou, dat viel helemaal niet tegen, want om middernacht hadden we met 6½ -1½ aan het langste eind getrokken.
Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat de overwinning in deze orde van grootte zou uitvallen. Tom Officier en Harm Verbeek, aan de topborden, en hun resp. tegenstanders wilden elkaar geen kwaad doen, zodat er twee vreugdeloze remises vroeg in de avond aangetekend konden worden. Heel anders is het er aan toegegaan bij debutant Freek Hooning. Zelf heb ik het niet gezien, maar de berichten berichtten dat hij fraai liet zien hoe groot zijn kracht in het verleden geweest moet zijn (2-1).
Daarna veranderde er in de stand een paar uur niets, totdat ook invaller Maus Beurskens een remise liet noteren. Dat leek een meevaller, want zijn koning stond behoorlijk tochtig maar ondanks de aanwezigheid van zware stukken vond zijn tegenstander geen winst. Maar misschien zat dat er wel niet in!
Teamcaptain Wim Velker (ik dus) zag een aanval op de damevleugel beloond met de winst van de kwaliteit. Met meer krachtig materiaal verplaatste de aandacht zich toen naar de koningsvleugel waar de vijandelijke koning werd mat gezet. Vlak daarna besliste Jan Snijders de wedstrijd. In de beginfase had hij de vijandelijke koningsstelling via een loperoffer op f7 opgeblazen, op de wijze zoals in de oudheid, waar de Philidor-verdediging die zijn tegenstander hanteerde nog altijd zijn matige reputatie aan te danken heeft, des naamgevers ondanks. Maar de Edenaar knielde niet, ondanks zijn benauwde veste. Hij toog verwoed ten aanval en toen Jan niet adequaat regeerde kwam het er voor onze man benauwd uit te zien. In het eindspel bleek Jan echter de deskundigste en winnaar (4½ – 1½). De benjamin van ons team Szabi Buzogany, kreeg het DuChattel-systeem tegen zich, gespeeld in de voorhand en startend met de zet 1. f3. Tot kwart over elf verdween er niets van het bord, maar toen veroverde de jongeling een stuk en daarmee de partij. Als laatste was er een andere debutant bezig, William van de Groep. Hij heeft een aantal jaren niet geschaakt maar vindt het leuk weer met oude bekenden (en onbekenden) op pad te gaan. Nadat we hem naar binnen hadden gesmokkeld – William had niet de juiste anti-Covid papieren bij zich – bleken de hersenen nog wat stroef wat niet verhinderde dat er voor onze man een pluspion op het bord verscheen. Die stond er nog steeds in het verre, verre eindspel van K+T+pion tegen K+T. Bij Tom en Wim gaf dit een déja-vue: de avond ervoor vielen zij in bij het eerste achttal en daar kreeg kopman Lucas van Mil hetzelfde eindspel op het bord. Drie kwartier probeerde hij tevergeefs dat te winnen waardoor de thuisreis vanuit Wageningen pas tegen half één kon worden aangevangen. Hier in Ede duurde het ook enige tijd, maar daar William een e-pion had – Lucas had een randpion – kon hier het punt wel en snel worden binnengesleept. Wel was de hulp van de Edenaar vereist want het ‘bruggetje bouwen’ wat in dergelijke stellingen usance en welhaast verplicht is, kon William zich zo te zien niet meer herinneren. Na 100 zetten kon het laatste punt worden bijgeschreven: 6½ – 1½. Nog zes keer zo’n uitslag.